Hoe introduceer je een nieuw paard in de kudde?

Een nieuw paard in de kudde kan voor best wat opschudding zorgen. De hiërarchie verandert en iedereen wil elkaar even aftasten en uitproberen. Dit kan er heftig aan toe gaan.

Hoe zorg je dat een nieuw paard op de juiste manier geïntroduceerd wordt?

Met welke voorzorg kun je dit veilig laten verlopen?

En wat als het niet klikt?

In dit artikelen geven we je advies over het plaatsen van nieuwe paarden.

Een nieuw paard laten wennen

Een nieuw paard in de kudde introduceren moet op juiste wijze gebeuren. Wordt een paard zonder voorzorg in een bestaande groep gezet, dan kan er van alles fout gaan.

Van nature zijn paard groepsdieren, waardoor het belangrijk is dat ze voldoende sociaal contact krijgen. Ook is het heerlijk voor het paard om dagelijks in de wei te vertoeven. Zo kan hij lekker zijn benen strekken en grazen.

Hier is hij immers voor gemaakt!

Maar een bestaande groep paarden, ofwel een kudde, heeft een onderlinge hiërarchie. Er heersen sociale regels en afspraken zodat de lieve vrede bewaard wordt en de groep sterk staat tegen buitenstaanders.

En deze buitenstaander kan niet alleen bestaan uit een wolf, beer of ander roofdier. Ook paarden van een andere kudde kunnen risico’s met zich meebrengen.

Hierdoor moet een bestaande kudden wennen aan het idee en de vormgeving van het feit dat er een nieuw paard bij zal komen.

Maar voor het nieuwe paard, zal het ook even wennen zijn! Een nieuwe omgeving, nieuwe dieren, misschien zelfs een andere routine. Genoeg dus, om een beetje van slag te raken.

Laat daarom een paard eerst een aantal dagen aan zijn nieuwe leven wennen, voordat je hem gaat introduceren bij een groep.

Een nieuw paard in de kudde

Zodra je paard wat gewend is op zijn nieuwe adres, kun je hem aan de kudde laten zien. Zet een nieuw paard er nooit zomaar tussen in de wei, dat is vragen om problemen. Zelfs het rustigste paard kan zo van zijn à propos raken dat er ongelukken gebeuren.

En voor het nieuwe paard is dit zeer traumatisch!

Bij het introduceren is de belangrijkste regel: neem de tijd. De tweede regel is: laat ze afstand houden. Tijd geeft de dieren de mogelijkheid om op hun eigen tempo te wennen en met afstand kunnen er geen ongelukken gebeuren.

Hoe pak je zoiets stapsgewijs aan?

Nieuw paard introduceren in een groep

Het introduceren van een nieuw paard kun je het beste volgens deze 3 stappen doen.

1. Zet de paarden naast elkaar

Wanneer de paarden naast elkaar staan, kunnen ze aan elkaars voorkomen wennen zonder dat er ongelukken kunnen gebeuren. Geef de wei een afzetting om het nieuwe paard apart te houden. Zorg hierbij dat er twee draden gespannen of hekken geplaatst zijn met ca. 4 meter ertussen.

Zo voorkom je dat de paarden over de afzetting heen elkaar kunnen aanraken.

2. Zoek een maatje

Is er één paard dat steeds vriendelijk toenadering zoekt? Of is er een goedzak in de kudde?

Ga eens met beide paarden wandelen. Eventueel kun je ze na een goede ervaring bij elkaar zetten, zodat je paard een maatje heeft. Ook voor zo meteen, tijdens zijn introductie!

Dit kun je ook doen met twee of drie paarden uit de reeds bestaande kudde.

3. Afstandelijk kennismaken

Wil je het paard bij de kudde gaan zetten? Laat hem dan eerst een aantal uur in de wei zonder dat de andere paarden erbij zijn. Zo kan hij de omgeving verkennen en de geuren van de andere paarden in zich opnemen.

Hetzelfde geldt voor de kudde. Laat deze even in het afgezette stuk van de nieuweling, zonder dat deze erbij is. Zo kunnen ze alvast zijn geur opsnuiven.

De paarden bij elkaar in de wei

Vervolgens gaan de paarden bij elkaar in de wei. Spannend! Hoe pak je dit aan?

1. Eten klaarleggen

Eten klaarleggen, terwijl de groepsdynamiek op het punt staat om te veranderen? Dat lijkt te vragen om een sterfgeval. Maar niets is minder waar!

Als de paarden van de kudde een beetje honger gekregen hebben, zullen ze ook erg bezig zijn met het voer. Wacht dus een tijdje met (bij)voeren en leg vervolgens op veel verschillende plekken in de wei hoopjes hooi neer. Zorg altijd voor meer dan genoeg ruimte tussen de hoopjes.

Zo creëer je voor de nieuweling wat ruimte. Zorg er natuurlijk wel voor dat de nieuweling geen honger heeft. Anders wordt het alsnog vechten bij de voerhoopjes.

2. Voorkom blinde hoeken

Zorg ervoor dat de wei geen hoekjes of smalle plekjes heeft waar het nieuwe paard in vastgezet kan worden. Of andersom. Dit kan tot vechtpartijen leiden.

Zet smalle stukjes of scherpe hoeken eventueel af met een extra draad of hekje.

3. Niet te snel ingrijpen

Kennismaken gaat vaak gepaard met snuffelen, de nek krommen, met de voorbenen slaan, blazen en gillen. Dit kan een heel schouwspel zijn en vaak houden wij mensen onze adem in.

Als dat maar goed gaat…

Toch kun je duidelijk het verschil zien tussen agressie en imponeergedrag. Wat rondrennen, gillen, bokken en hinniken hoort er allemaal gewoon bij.

Hard bijten, schoppen, onverminderd opjagen en continu steigeren met maaiende voorbenen is echt agressie. Hierbij moet wèl ingegrepen worden.

4. Houd overzicht

Na de eerste kennismaking kan de rust weergekeerd zijn. Dit is echter geen garantie voor de toekomst. De dagen die hierop volgen kunnen nog verschillende uitbarstingen hebben.

Want dan leren de paarden elkaar echt kennen. Ook als een dier een tijdje weg geweest is, kan een herintroductie nodig zijn.

Maar gaat het er echt te heftig aan toe of zie je dat de nieuweling even bij moet komen? Zet hem dan weer in het afgezette deel, eventueel weer met het vriendje uit de kudde.

Het lukt niet! Wat nu?

Bij een nieuw paard in de kudde kan het voorkomen dat het met één ander dier gewoon niet botert. Dit is heel normaal, wij mensen hebben dit ook. Vooral als we midden in een groep gezet worden met leden die we zelf niet kunnen kiezen.

Bij paarden hoef je echter alleen in te grijpen wanneer één of meer paarden niet meer kunnen eten, rusten of gewond raken.

Helaas kan het ook voorkomen dat een nieuw paard niet aardt in een bestaande kudde. Dit komt vaak voor wanneer meerdere volwassen, ongecastreerde hengsten bij elkaar gezet worden. De hormonen houden de overhand, waardoor er regelmatig geknokt zal worden.

Dit kan echter ook veroorzaakt worden door een tekort aan sociale vaardigheden. Dit zien we bij veulens die tussen de vierde en zesde levensmaand zijn afgespeend van de moeder en sindsdien alleen hebben gestaan.

Juist dieren die zich van jongs af aan in groepen hebben bewogen, spreken de paardentaal goed. Ze kennen de afspraken en zullen niet  proberen deze om de haverklap om te gooien.

Al is de verleiding groot om een niet-sociaal paard alleen te zetten, toch is dit niet goed voor hem. Ieder dier heeft contact nodig met soortgenoten of andere dieren.

Kijk eens om je heen. Heeft je paard niet één of twee paarden waar hij in de bak steeds positieve toenadering bij zoekt? Of had hij in de wei toch enkele vriendjes gemaakt?

Dan kun je proberen het paard (eventueel tijdelijk) met deze dieren in een afgezet stuk wei of ruime paddock te zetten. Wie weet helpt dit ook als tussenfase. Zo kun je eventueel proberen om het paard na een sociale vaardigheden-cursus met zijn vriendjes toch in de kudde te plaatsen.

Zet een asociaal paard niet zomaar tussen schapen of geiten, om hem toch een mogelijkheid zonder paarden te geven. Paarden zijn voor deze grazertjes best groot en sterk. Mogelijk begrijpt het paard ook hen niet goed, en doet hij ze pijn.